Cholesterol: meer vriend dan vijand

0

Cholesterol is een essentiële bouwstof in het lichaam. Maar cholesterol wordt ook altijd in verband gebracht met een hoog risico op hart- en vaatziekten. Wat is nu de werkelijke betekenis van cholesterol voor onze gezondheid? ‘Vette voeding verhoogt ons cholesterolgehalte niet en cholesterol verhoogt het risico van een hartaanval niet.

Wist u dat onze hersenen maar liefst 25 procent van de totale hoeveelheid cholesterol in het lichaam bevatten? Zonder cholesterol zouden we doodgaan. Cholesterol is noodzakelijk voor de opbouw van onze celmembranen, de zenuwschachten en de witte stof in onze hersenen. Ook vormt de stof de basis van de steroïd hormonen zoals de geslachtshormonen (oestrogeen, progesteron en testosteron) en cortisol. Bovendien is cholesterol de uitgangsstof voor vitamine D en galzure zouten (galvloeistof).

‘Goed’ en ‘slecht’ cholesterol?

Cholesterol kennen we in een drietal vormen:

  1. High Density Lipoproteïnen (HDL) dat ervoor zorgt dat overtollig cholesterol uitgescheiden wordt. Dit staat bekend als het ‘goede’ cholesterol.
  2. Low Density Lipoproteïnen (LDL) dat zocht voor het transport van cholesterol naar de lever en de lichaamscellen voor opbouw- en herstelwerkzaamheden aan de celwanden. Dit staat bekend als het ‘slechte’ cholesterol, omdat men in de conventionele visie aanneemt dat een teveel aan LDL-cholesterol in het bloed leidt tot een sliblaag (plaque) aan de binnenwand van de aderen.
  3. Very Low Density Lipoproteïne (VLDL).

Een beetje cholesterol krijgen we via onze voeding binnen. Het meeste cholesterol maakt echter onze lever aan. Ons lichaam houdt de cholesterolspiegel voortdurend in balans.
Onze cellen bezitten cholesterolreceptoren die – wanneer het nodig is – het circulerende cholesterol uit het bloed halen. Andere cholesterolreceptoren reguleren de aanmaak van cholesterol. De uitscheiding van cholesterol regelt het lichaam zelf op een eveneens fantastische manier. Een teveel aan cholesterol verlaat onze lichaamscellen en komt in het bloed terecht. Onze lever vist het cholesterol uit het bloed en zorgt ervoor dat het via de gal in de darm terechtkomt en het lichaam via de ontlasting verlaat. De darm speelt zelf een nog belangrijker rol in de uitscheiding van cholesterol. Twee keer zoveel cholesterol als via de lever-gal route, verlaat rechtstreeks via de darm het lichaam.

Cholesterol en voeding

Wat doorgaat voor een ‘gezond’ cholesterolgehalte blijkt aan mode onderhevig. Circa twintig jaar geleden werd een totaal cholesterol van 7 mmol/l als gezond beschouwd, maar tien jaar geleden zakte dat naar 6.5 mmol/l. Sommige deskundigen pleiten inmiddels zelfs voor een nieuwe ‘gezonde’ grenswaarde voor cholesterol van slechts 2.5 mmol/l. Andere deskundigen zijn het daar totaal niet mee eens. Een goed functionerend lichaam is de sleutel naar een juiste cholesterolhuishouding. Volwaardige voeding ligt aan de basis. Het Moermandieet bevat alle ingrediënten voor een perfecte cholesterolregulatie. Zo kent het Moermandieet voldoende voedingsmiddelen met plantensterolen die ons lichaam niet zelf kan aanmaken. Deze plantensterolen hebben een remmend effect op de opname van cholesterol in de darm en verhogen de hoeveelheid cholesterol die met de ontlasting wordt uitgescheiden; op deze manier wordt het cholesterolgehalte in het bloed verlaagd. Ook de vezels uit groenten en fruit en de ontstekingsremmende werking van de omega-3 vetzuren, de zeer gunstige invloed van olijfolie en de afwezigheid van suikers – andere pijlers van het Moermandieet – spelen een belangrijke rol.

Geschiedenis van de cholesterol

Rond 1950 waren hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in het Westen. Men zag de link met voeding en dacht dat het aantal gevallen van hartziekte zou moeten afnemen als de consumptie van bewerkt voedsel (koekjes, margarine) zou verminderen en we weer meer natuurlijke producten zouden gebruiken, zoal boter. Maar een andere theorie won de discussie. De Amerikaanse onderzoeker Kritchevsky liet zien dat konijnen die cholesterol in hun voer kregen arteriosclerose (verharding van de vaatwanden) ontwikkelden. Binnen twee jaar was zijn theorie algemeen aanvaard en in Amerika ondersteund met een campagne op tv om maïsolie, kip en ontbijtgranen te eten in plaats van boter, varkensvet, rundvlees en eieren. Een ander onderzoek toonde een rechtstreeks verband tussen hartziekte en de hoeveelheid dierlijk vet in het voedsel van de bevolking in zeven landen, waaronder Japan, Finland en het voormalige Joegoslavië.
Achteraf bleek de onderzoeker echter selectief te zijn geweest, hij had alleen de informatie gebruikt die met zijn hypothese strookte. Als hij alle verzamelde gegevens had gebruikt, zou het verband tussen voedsel en cholesterol verdwenen zijn. De relatie cholesterol en vet voedsel is wetenschappelijk dus eigenlijk nooit bewezen.

Het begint er steeds meer op te lijken dat wij op het verkeerde been zijn gezet. Het lijkt er zelfs op dat cholesterol levensreddend is en ons juist beschermt tegen hartziekten waarvan men zegt dat ze die juist veroorzaakt. Onderzoeksresultaten die deze hypothese steunen worden echter al tientallen jaren afgedaan als onzin, omdat ze niet passen binnen de bestaande theorie.
Een minderheid van de onderzoekers en artsen verkondigt al jaren dat cholesterol van vitaal belang is voor ons hart, ons lichaam en onze geestelijke gezondheid. Als dat waar is, verbaast het niet dat Statines, de medicijnen die ons cholesterol omlaag brengen, bekend staan als veroorzakers van spierschade, dementie, algehele mentale achteruitgang en zelfs kanker.

Vette voeding verhoogt dus ons cholesterolgehalte niet en cholesterol verhoogt het risico van een hartaanval niet. Zo’n vijftien studies laten duidelijk zien dat cholesterol geen enkele rol speelt bij het ontstaan van ziekte van de kransslagaderen van het hart. Juist het tegenovergestelde blijkt het geval: mensen met een laag cholesterolgehalte hadden meer kans om aan een hartziekte te overlijden.

Het nut van LDL

Al jaren wordt ons echter wijsgemaakt dat vetarme voeding ons ‘slechte’ LDL moet bestrijden. Maar ons lichaam maakt dat niet voor niets aan. LDL transporteert de niet in water oplosbare vetten naar alle weefsels in het lichaam. als je de productie van LDL vermindert, verminder je de beschikbaarheid van al deze voedingsstoffen voor het lichaam.
LDL-cholesterol is, zoals eerder genoemd, in onze aderen aanwezig om een infectie te signaleren of de schade die is ontstaan te repareren. Dit belang van LDL-cholesterol is aangetoond in vele studies waaruit bleek dat mensen die aan ademhalings- of maag- en darmziekten als gevolg van infectie overleden, een heel laag cholesterolgehalte hadden. Maar ook is aangetoond dat de overlevingskansen van patiënten met chronisch hartfalen samen bleek te hangen met hun cholesterolgehalte. Was dat hoog, dan was de levenskans veel hoger dan bij lage cholesterolniveaus. Weer een ander onderzoek geeft een verband aan tussen een laag gehalte LDL-cholesterol en bepaalde vormen van kanker, zoals de ziekte van Kahler en maag-darmkanker.

Gezond ouder worden

De rol van cholesterol voor een goede gezondheid wordt belangrijker naarmate we ouder worden. Gebleken is dat bij ouderen (boven de 80 jaar) iedere stijging van het totale cholesterol met 1 mm/l, het sterftecijfer met 15 procent zakt; met andere woorden: degenen met het hoogste cholesterolgehalte leefden langer. Algemeen gezien blijkt cholesterol een beschermend effect tegen kanker en infectie. Uit onderzoek komt ook naar voren dat naarmate we ouder worden, cholesterol ons helpt om ons geestelijk scherp te houden. Het beschermt ons tegen dementie en mentale achteruitgang.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw deed dr. George Mann van de Vanderbilt University in Nashville, Tennessee, onderzoek naar het voedingspatroon en de gezondheid van de Masai, een nomadische stam in Oost-Afrika. Hun voedsel bestond bijna voornamelijk uit vlees, bloed en melk van hun vee en toch was hun cholesterol laag en kwamen hart- en vaatziekten bijna niet voor. Hieruit trok hij de conclusie dat de cholesteroltheorie ‘het grootste bedrog in de geschiedenis van de geneeskunde’ was. Het was bedrog omdat de voedingsindustrie, en daarna de farmacie, er een fortuin aan verdienden, hetgeen tot op de dag van vandaag nog zo is. Helaas heeft het bedrog ook tragische gevolgen. Door het LDL-cholesterol aan te pakken beroven we ons lichaam van de vitale voorraad vet die onze grootste bondgenoot is in de strijd tegen ontstekingen en besmettingen. Die hebben we juist als we ouder worden hard nodig als bescherming tegen dementie en geestelijke aftakeling.

Bron: Uitzicht, gezond actief – natuurlijk beter Uitgave van MMV, nummer 3 2015, jaargang 42
Auteur: Dr. Hans Stoop (kankeronderzoeker en vaste medewerker van Uitzicht)

Comments are closed.