Kinderen zouden vooral in weekenden van herfst en winter meer gestimuleerd moeten worden om lichamelijk actief te zijn, volgens onderzoekers van de Universiteit van Cambridge.
Uit hun onderzoek blijkt dat kinderen in deze jaargetijden te weinig actief zijn en te veel zitten vergeleken met de lente en de zomer. Kinderen zouden volgens richtlijnen opgeteld over een dag minimaal een uur matig intensief moeten bewegen, aangezien dit belangrijk is voor hun gezondheid en ontwikkeling.
Om de seizoenvariatie in het gedrag van kinderen te onderzoeken werd gebruik gemaakt van data van de UK Millennium Cohort Study, waarin bij 705 kinderen van 7 jaar oud in 5 periodes binnen een jaar de mate van lichamelijke activiteit werd gemeten door middel van een accelerometer (versnellingsmeter). De hoeveelheid lichamelijke activiteit werd gerelateerd aan variabelen zoals geslacht, gewicht en gezinsinkomen. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift Medicine & Science in Sports & Exercise.
Uit de resultaten bleek dat lichamelijke activiteit in de herfst en winter lager was in vergelijking met de lente en zomer. Hoogste gemiddelde activiteit was 65,3 minuten per dag in april en laagste was 47,8 minuten per dag in februari. Lichamelijke activiteit was het laagst in weekenden gedurende de winter en het hoogst in weekenden aan het begin van de zomer.
De lichamelijke activiteit van jongens vertoonde gedurende een jaar meer variatie dan die van meisjes, maar bleek bij jongens altijd hoger dan bij meisjes. Jongens voldeden zelfs in de winter qua gemiddelde waarden aan de minimaal aanbevolen hoeveelheid activiteit per dag. Maar meisjes haalden dit minimum alleen gedurende de zomer. De structuur van een schooldag doordeweeks, inclusief de noodzaak om heen en terug te reizen, beschermt kinderen tegen inactiviteit. Maar in de weekenden zouden zij gestimuleerd moeten worden om actiever te zijn, ook bij slecht weer.
Bron: Platform voor voedingsgeneeskunde
Foto: Pedro Ribeiro Simões (Flickr, CC BY)